
Koning Karel en Koningin Catherina hebben een zoon, prins Matthias. De koning is erg ziek. Als hij dood is zal de prins hem moeten opvolgen. In plaats zijn zoon te leren een goede koning te worden, overlaadt hij het jongetje met cadeau’s. Iedereen op het paleis vindt prins Matthias maar een naar verwend nest. Vooral zijn oom Hubert, die stiekem altijd al koning had willen zijn.
Als Matthias jarig is verzint Hubert een list om van hem af te zijn. Hij geeft de prins een vakantiereisje naar de stad. Maar wat niemand weet is dat hij de prins in de stad wil laten vermoorden. Door geluk ontkomt Matthias aan de soldaten die hem willen vermoorden en dan komt hij een groep straatjongeren tegen. De straatjongeren vinden hem raar, maar ook grappig en ze nemen hem mee naar het schoolplein. Daar leert de prins meer van de straat. Als Hubert erachter komt dat de prins nog leeft, doet hij er alles aan om de prins alsnog te vermoorden. De prins heeft nu de hulp van de straat nodig, maar dan zal hij wel wat moeten doen aan zijn gedrag.
Rollen
Scènes
Scène 1: Mutje, Beppie, Koosje, Kees, Charles, ministers, de koning en dekoningin, Prins Matthias.
Scène 2: Hubert en de ministers.
Scène 3: Hofdienaren, ministers, koning en koningin, Prins Matthias, Hubert,
Soldaten.
Scène 4: Prins Matthias, soldaten en straatjongeren
Scène 5: Soldaten, Charles, Hubert
Scène 6: Straatjongeren, Prins Matthias
Scène 7: Ministers, Harry en Fred
Scène 8: Suki, prins Matthias, Fred, Harry, agenten
Scène 9: Hofdames, Charles en Hubert
Scène 10: Straatjongeren, Prins Matthias, Hubert, ministers, koning en
koningin, agenten, Harry en Fred
Liedjes
1. Gefeliciteerd Prins Matthias2. Straatjongeren Rap
3. Wie je ook bent
Voor vragen over dit aanbod neem je telefonisch of per mail contact op met Dewi: